Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

Selectiemodule Inkomensheffing (selectiemodule IH)

Op deze pagina vindt u informatie over het algoritme 'Selectiemodule IH' voor aangiften inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen.

Situatie doel en algemene omschrijving

Jaarlijks ontvangt de Belastingdienst meer dan 12 miljoen aangiften inkomensheffing, die binnen 3 jaar definitief moeten worden vastgesteld met een aanslag. De Belastingdienst gebruikt een algoritme bij het beoordelen of een aangifte geautomatiseerd of handmatig behandeld moet worden. Het algoritme gebruikt hiervoor relevante gegevens die bij de Belastingdienst bekend zijn.

De selectiemodule IH is een geautomatiseerd selectie-instrument met als doel aangiften te selecteren voor uitworp. Alle ingediende aangiften gaan door de selectiemodule IH. De selectiemodule bevat een groot aantal selectieregels waarmee een onzekerheid of een mogelijk nalevingsrisico in de aangifte wordt gedetecteerd. Het algoritme beoordeelt op basis van de selectieregels of de aangifte direct geaccepteerd kan worden. Als dat niet het geval is, wordt de aangifte uitgeworpen en kan deze handmatig worden behandeld door een medewerker. Bij de uitgeworpen aangiften vermeldt het algoritme de onderwerpen waaraan aandacht besteed moet worden. De behandeling kan zowel leiden tot een positieve correctie als een negatieve correctie (dus zowel tot een hogere aanslag als een lagere aanslag).

In de korte uitlegvideo op de pagina 'Hoe controleert de Belastingdienst de aangifte inkomstenbelasting', wordt toegelicht hoe de Belastingdienst de aangifte controleert.

Voordelen gebruik algoritme

Voor burgers is van belang dat de aangifte snel en zorgvuldig wordt behandeld. Het algoritme ondersteunt dit belang en de medewerker van de Belastingdienst. Het algoritme draagt bij aan het systematisch en nauwkeurig controleren van aangiften. Door het inzetten van een algoritme kunnen aangiften efficiënter worden verwerkt, waardoor burgers sneller duidelijkheid krijgen.

Het algoritme bepaalt het advies op basis van de relevante gegevens. Het alternatief is dat een medewerker bij alle aangiften handmatig de relevante gegevens zou moeten verzamelen en beoordelen. Dit zou het proces foutgevoeliger maken en minder efficiënt.

Gegevens, gegevensverwerking en controle

Gebruikte gegevensBron
A-1 verklaringen Sociale Verzekeringsbank (SVB)
Aangiftegegevens DividendbelastingBelastingdienst
Aangiftegegevens InkomensheffingBelastingdienst
Aangiftegegevens VennootschapsbelastingBelastingdienst
BankgegevensBanken en verzekeraars
BedrijfsgegevensKamer van Koophandel (KvK)
Energie en Milieu Investeringsaftrek gegevensRijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)
Loon-, pensioen- en uitkeringsgegevensWerkgevers, uitkeringsinstanties en pensioenuitvoerders
Uitbetaald werk derdenOpdrachtgever of uitbetaler
PersoonsgegevensBasisregistratie Personen (BRP)
Transacties en inkomsten uit verhuur, verkoop of leveren van persoonlijke dienstenOnline platformen
VastgoedgegevensKadaster en Landelijke voorziening WOZ
InkomensverzekeringsgegevensVerzekeraars

Wettelijke basis

De gegevens in bovenstaande tabel worden voor het doel van het algoritme verwerkt om de volgende wetten uit te voeren:

Type algoritme

Het algoritme bestaat uit selectieregels die inhoudsdeskundigen hebben opgesteld op basis van wet- en regelgeving en fiscale expertise.

Het algoritme beoordeelt op basis van de selectieregels of de aangifte direct geaccepteerd kan worden. Als dat niet het geval is, wordt de aangifte uitgeworpen en kan handmatig worden behandeld door een medewerker. Bij de uitgeworpen aangiften vermeldt het algoritme de onderwerpen waaraan de medewerker aandacht moet besteden. Lees hierover meer onder de kop: 'Menselijke tussenkomst'.

Het algoritme is niet zelflerend. Dat betekent dat het algoritme zichzelf niet ontwikkelt tijdens het gebruik ervan.

Controle

Het algoritme is door medewerkers van de Belastingdienst ontwikkeld en wordt ook intern onderhouden.

De selectieregels worden jaarlijks aangevuld, beoordeeld en zo nodig bijgesteld om te blijven voldoen aan wet- en regelgeving.

Privacy en AVG

Het gebruik van de gegevens wordt getoetst aan de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Door het toetsen van persoonsgegevens komen eventuele privacyrisico's in beeld en kunnen passende maatregelen genomen worden.

De AVG schrijft voor dat er niet meer gegevens gebruikt mogen worden dan noodzakelijk is. Dat heet dataminimalisatie. De Belastingdienst onderzoekt regelmatig of de gebruikte gegevens nog nodig zijn en dus gebruikt mogen worden.

Gebruik bijzondere persoonsgegevens

In het algoritme worden bijzondere persoonsgegevens verwerkt. De wettelijke grondslag voor de verwerking van bijzondere persoonsgegevens is de Wet Inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001). De ruimte voor deze grondslag komt voort uit artikel 9 lid 2 sub g AVG. Bijzondere persoonsgegevens worden gebruikt en zijn noodzakelijk voor het uitvoeren van het toezicht op de volgende regelingen:

  • Uitgaven voor specifieke zorgkosten (afdeling 6.5 Wet IB 2001). Er zijn voorwaarden verbonden aan het recht op aftrek van specifieke zorgkosten. Om deze voorwaarden te toetsen worden bijzondere persoonsgegevens uitgevraagd. Het gaat voornamelijk om de bedragen die men opvoert om gebruik te maken van de aftrek.
  • Weekenduitgaven voor gehandicapten (afdeling 6.6 Wet IB 2001). Er zijn voorwaarden verbonden aan het recht op aftrek van de kosten voor kortdurende verzorging van een ernstige gehandicapte. Om deze voorwaarden te toetsen worden bijzondere persoonsgegevens uitgevraagd.
  • Aftrekbare giften (afdeling 6.9 Wet IB 2001). Om de voorwaarden te toetsen voor het recht op giftenaftrek wordt gevraagd naar de instelling waaraan de gift wordt gedaan. Dit is noodzakelijk om te bepalen of de instelling een ANBI-status heeft. Aan de hand van de instelling kunnen bijzondere persoonsgegevens worden afgeleid.
  • Jonggehandicaptenkorting (Wajong-korting) (afdeling 8.1 Wet IB 2001). Een voorwaarde voor de jonggehandicaptenkorting is dat men recht heeft op een Wajong-uitkering. Aan de hand van het recht op de Wajong-uitkering kunnen bijzondere persoonsgegevens worden afgeleid.

Gelijkheid en non-discriminatie

De selectieregels in het algoritme worden getoetst aan non-discriminatiewetgeving. Het verwerken van zo min mogelijk persoonsgegevens verkleint het risico op directe discriminatie. Medewerkers die betrokken zijn bij de ontwikkeling en het beheer van de algoritmen, krijgen training over gegevensbescherming en vooroordelen.

Waarborgen

De Algemene wet bestuursrecht (Awb) vereist dat het handelen van de overheid transparant en rechtmatig is. De Belastingdienst neemt bij de toepassing en ontwikkeling van algoritmen de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht.

In het algoritme worden gegevens gebruikt die zijn verzameld in het kader van verschillende belastingwetten. Zoals de AVG voorschrijft worden er niet meer gegevens gebruikt dan noodzakelijk is.

Menselijke tussenkomt

Menselijke tussenkomst in de context van de Belastingdienst houdt in dat een bevoegde en deskundige medewerker een wezenlijke rol speelt in de besluitvorming.

Bij de werking van het algoritme is er sprake van menselijke tussenkomst, maar er worden ook beslissingen genomen door het algoritme. Het algoritme detecteert, selecteert en neemt beslissingen. Als het algoritme op basis van de selectieregels beoordeelt dat de aangifte direct geaccepteerd kan worden, volgt geautomatiseerd een aanslag overeenkomstig de gegevens in de aangifte.

Als het algoritme een aangifte uitwerpt voor een verdere beoordeling, dan kan de aangifte door een medewerker worden behandeld. Er is sprake van menselijke tussenkomst door een medewerker als de behandeling leidt tot een afwijking van de aangifte.

Vragen over het Algoritmeregister?

Wilt u contact met ons over het algoritmeregister? Stuur dan een e-mail naar algoritmeregister@belastingdienst.nl. Bent u journalist? En heeft u vragen na het lezen van deze informatie? Neem dan contact op met een van de persvoorlichters van de Belastingdienst.

Deel deze pagina