Geen definitieve aanslag voor box 3-inkomen anders dan bank- en spaartegoeden
De Belastingdienst houdt de definitieve aanslagen inkomstenbelasting 2021 en 2022 met box 3-inkomen, waarbij sprake is van andere vermogensbestanddelen dan ‘bank- en spaartegoeden’ momenteel aan. Het aanhouden blijft van toepassing tot de Hoge Raad meer duidelijkheid geeft over het rechtsherstel box 3.
Met het aanhouden van de definitieve aanslagen 2021 en 2022 (waarin box 3 inkomen is opgenomen anders dan bank- en spaartegoeden) wil de Belastingdienst voorkomen dat mensen onnodig een bezwaar moeten indienen, mochten ze het niet eens zijn met de definitieve aanslag. Er wordt gewacht op duidelijkheid van de Hoge Raad voordat er een definitieve aanslag wordt opgelegd. Ook de reeds ontvangen bezwaren tegen het geboden rechtsherstel 2017 – 2021 worden aangehouden totdat de Hoge Raad duidelijkheid geeft over het rechtsherstel box 3.
Christiaan Basut is de landelijke projectmanager herstel box 3 en nauw verbonden met de laatste ontwikkelingen rondom het aanhouden van de definitieve aanslagen inkomstenbelasting 2021 en 2022: "Met het aanhouden wordt voorkomen dat er grote hoeveelheden aan bezwaarschriften binnenkomen. Daar zitten we niet alleen zelf mee als Belastingdienst, maar het kan indirect een ongewenst effect hebben naar de belastingplichtige, bijvoorbeeld het niet tijdig afdoen van een bezwaarschrift."
"De betreffende doelgroep krijgt wel een voorlopige aanslag, maar met het definitief maken van de aanslag wachten we tot er een uitspraak ligt van de Hoge Raad die duidelijkheid geeft over het rechtsherstel box 3."
"De belangrijkste reden dat we dit doen is om burgers te helpen", gaat Christiaan verder. "Zo hoeven ze geen bezwaarprocedures te starten met bijhorende kosten, maar kunnen we de opties open houden zodra er een uitspraak is. Om dan in één keer een juiste aanslag op te kunnen leggen of te herzien zodat de aanslag aansluit bij de uitspraak van de Hoge Raad. Dan weten burgers gelijk waar ze aan toe zijn."