190 miljoen aan verhuld vermogen in 2020
Publicatiedatum 17-06-2021, 12:00
De constructies om inkomen en vermogen voor de Belastingdienst te verhullen, worden steeds inventiever. Met het programma Verhuld Vermogen besteedt de fiscus daar veel aandacht aan. De opbrengst van dit programma aan alsnog opgelegde belastingen, boetes en rente was vorig jaar €190 miljoen.
Met het programma Verhuld Vermogen zorgen enkele honderden medewerkers van de Belastingdienst ervoor dat het niet loont om vermogen en inkomen buiten het zicht van de fiscus te houden. Er wordt uitgezocht of dat alsnog belast moet worden, eventueel in combinatie met een boete en/of rente. Wordt een strafbaar feit vermoed, dan kan het dossier zelfs overgedragen worden aan de FIOD. Uiteindelijk gaat het om het maatschappelijk effect en rechtvaardigheid.
Opbrengst vorig jaar €190 miljoen
In 2020 werden ruim 2600 potentiële verhullingszaken behandeld. Daarbij gaat het om substantiële bedragen, die boven de tienduizend euro uitstijgen. Het onderzoek richt zich dan ook op - Nederlanders die meestal in het buitenland wat meer vermogen hebben, waarbij zij alsnog belasting plus een boete en rente moesten betalen. De totale opbrengst van de correcties (belasting, boete en rente) was in 2020 ongeveer €190 miljoen.
Steeds inventiever ontduiken door constructies
Zwart sparen wordt steeds lastiger. Bankgeheimen zijn grotendeels verdwenen en er worden internationaal steeds meer gegevens tussen landen uitgewisseld. Tegelijkertijd ziet de Belastingdienst dat mensen hun toevlucht nemen tot verder opgetuigde, steeds inventievere constructies die het soms lastig maken om vermogen van iemand te achterhalen.
Het programma Verhuld Vermogen kent verschillende trajecten om dat onbekende vermogen te vinden. Zo wordt onder andere onderzoek gedaan naar financiële gegevens die ruim 100 landen via de zogeheten Common-reporting standard (CRS) over hun ingezetenen automatisch uitwisselen. Die informatie wordt zowel voor dienstverlening (in de vooraf ingevulde aangifte) gebruikt, als voor toezicht onder het programma Verhuld Vermogen. Een ander voorbeeld is onderzoek naar debet-creditcards. Met een buitenlandse betaalkaart, gevoed door het vermogen dat iemand in het buitenland verborgen houdt, kun je in Nederland aankopen doen. In de betaalgegevens is dan meestal niet te zien van wie de kaart is. De Belastingdienst kan dan via betalingsverwerkers die gegevens opvragen en analyseren.
Waarom er gebruik wordt gemaakt van dit soort constructies? Dat verschilt: soms gaat het om mensen die zich door bepaalde adviseurs hebben laten verleiden tot het verhullen met een constructie. Soms om belastingplichtigen die er met het volle besef aan zijn begonnen. Mensen uit de eerste groep zijn vaak opgelucht als ze er met de fiscus uit kunnen komen. Eerst geven ze inzicht in hun tot dat moment verhulde vermogen en betalen vervolgens alsnog de verschuldigde belasting, rente en een boete. Logischerwijs heeft de Belastingdienst een voorkeur voor deze snelle afhandeling waarbij de belastingplichtige vlot de gevraagde informatie verstrekt.
Inzage leidt tot snellere afhandeling
Belastingplichtigen uit de 2e groep stappen vaker naar de rechter. Dit zijn taaie trajecten die om een lange adem vragen.
Vaak wordt het eerste contact door de Belastingdienst per brief gelegd. Programmamanager Frans van Krieken: “Dan stellen we een simpele vraag: ‘we hebben financiële informatie uit het buitenland ontvangen dat u daar vermogen hebt. We zien die informatie niet terug in uw aangifte. Kunt u hierover uitleg geven?’ Dan krijgen we een reactie waaruit soms blijkt dat het wel is aangegeven maar op de verkeerde plek in de aangifte staat. Dan is een correctie niet nodig want er is wel belasting over betaald. Soms is het echter verzwegen. De medewerkers van het programma Verhuld Vermogen zoeken dat dan vervolgens zorgvuldig uit.
"Onze boodschap is: denk vooral goed na voordat je hieraan begint want je handelt in strijd met de wet. We weten bovendien steeds meer over constructies en verhuld vermogen, zien daarin bepaalde trends en pakken dat aan. Ontwikkelingen als de Common-reporting standard en de onlangs ingevoerde verplichting voor adviseurs om potentieel op ontwijking gerichte constructies te melden, dragen daar aan bij", aldus Frans van Krieken.
Voorbeeld: huiszoeking
En af en toe doet de Belastingdienst in die zoektocht een bijzondere ontdekking. Zo claimde een belastingplichtige vorig jaar niet te weten waar een flink deel van zijn vermogen was, dit zou ergens in het buitenland zijn. Dit kon echter steeds niet onderbouwd worden. De rechter gaf toestemming om zijn huis te doorzoeken. Daar werd €300.000 aan contant geld gevonden. Daarmee kon ook direct zijn bijna even grote belastingschuld worden afgelost.